Dieren krijgen vrij baan bij aansluiting Hogering

Dieren krijgen vrij baan bij aansluiting Hogering
Erik van Langen
Ecoloog bij Rijkswaterstaat

Ecopassage Hogering verbindt het Kromslootpark en de oevers van het Gooimeer met de natuurgebieden ten noorden van de A6. Via deze gebieden zorgt de ecopassage ook voor een verbinding met de Lepelaarplassen aan de noordkant van Almere en met de Oostvaardersplassen.

 Voldoende genetische uitwisseling

“Deze gebieden worden straks moerassig natuurgebied, met veel riet en water. De dieren leven nu nog teruggetrokken in natuurgebieden die stuk voor stuk behoorlijk geïsoleerd van elkaar liggen. Elk natuurgebiedje vormt een ecologisch eiland van waaruit bijna geen uitwisseling met andere gebieden plaats heeft. In het wild levende dieren floreren meestal pas echt goed als ze de ruimte krijgen, zich kunnen verspreiden en op verschillende plaatsen nieuwe populaties kunnen stichten. Deze populaties blijven alleen dán gezond wanneer er voldoende genetische uitwisseling is. Daarom is het dus goed dat er verbindingen tussen verschillende populaties mogelijk zijn. Een ecopassage zorgt daarvoor.”

Bevervraat - Gerard M

Bevervraat – fotograaf: Gerard M

Verkeersslachtoffers

“De ecopassage bij het knooppunt Hoge Ring is speciaal voor dieren die leven op oevers en in sloten van moerassen, rietvelden, moerasbossen en in ruige graslanden en natte hooilanden, kortom: moerasnatuur. Voor de ringslang vormen wegen een belemmering voor de verspreiding. Kikkers, padden en salamanders verspreiden zich dan wel veel gemakkelijker, maar ook voor hen geldt dat drukke wegen zorgen voor veel verkeersslachtoffers. Vooral op kleinere, maar drukke wegen.”

Otter - sarefo

Otter – fotograaf: sarefo

 Voldoende verspreidingsmogelijkheden 

“Otters houden van het moeras, maar zij hebben ook veel ruimte nodig, en vooral veel rust én veilige oversteekvoorzieningen. Otters zie je ook in een schone, met waterplanten begroeide boerensloot, waar hij zich voedt met vis. Otters zouden goed kunnen gedijen in het Kromslootpark. Door dit gebied aan te sluiten op andere geschikte gebieden, kan de populatie groeien en wordt uiteindelijk de hele otterpopulatie levensvatbaarder. Dit principe geldt voor nog veel meer diersoorten die van het moeras afhankelijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan de zeldzame waterspitsmuis, de noordse woelmuis, de bever, allerlei soorten dagvlinders en libellen, en de  ‘gewonere’  haas, egel en vos. Niet alle soorten zijn nu al in Flevoland aanwezig, maar door te zorgen voor voldoende verspreidingsmogelijkheden en kwalitatief goede natuurontwikkeling, bieden we meer soorten de mogelijkheid om zich hier te vestigen.”