De ecopassage in het knooppunt Muiderberg verbindt het Naardermeer in het zuiden van de A1 met het gebied in het noorden van de A1. In deze polder maken we een moerassig natuurgebied dat we aansluiten op de oevers van het Gooimeer.
Nieuwe populaties stichten
“De natuur in dit gebied is behoorlijk versnipperd. De dieren leven hier teruggetrokken in natuurgebieden die stuk voor stuk behoorlijk geïsoleerd van elkaar liggen. Elk natuurgebiedje vormt een ecologisch eiland van waaruit bijna geen uitwisseling met andere gebieden plaats heeft. In het wild levende dieren floreren meestal pas echt goed als ze de ruimte krijgen, zich kunnen verspreiden en op verschillende plaatsen nieuwe populaties kunnen stichten. Deze populaties blijven alleen dán gezond wanneer er voldoende genetische uitwisseling is. Daarom is het dus goed dat er verbindingen tussen verschillende populaties mogelijk zijn. Een ecopassage zorgt daarvoor.”
Drukke wegen zijn funest
“De ecopassage Muiderberg is bedoeld voor de dieren die leven in de omgeving van het Naardermeer. Dat zijn dieren die leven op oevers en in sloten van moerassen, rietvelden, moerasbossen, en in ruige graslanden en natte hooilanden, kortom: moerasnatuur. De otter is wel gesignaleerd in de Vechtstreek, maar wegen vormen een belemmering voor de verspreiding van dit dier. De bever verspreidt zich veel gemakkelijker en is ook geen bedreigde diersoort, maar ook voor dit dier geldt dat drukke wegen funest kunnen zijn.”
Versnippering van het landschap
“Er zijn natuurlijk ook minder knuffelbare dieren die gebruik gaan maken van de ecopassage bij Muiderberg. De ringslang houdt van het moeras maar je ziet ze ook in een schone, met waterplanten begroeide boerensloot, waar hij zich voedt met vis en kikkers. Ringslangen komen tamelijk veel voor in dit deel van de provincie, maar ook hij heeft last van de versnippering van het landschap. Door het Naardermeer, waar veel ringslangen kunnen leven, goed aan te sluiten op andere geschikte gebieden, wordt de ringslangbevolking veel levensvatbaarder. Hetzelfde geldt voor nog veel meer diersoorten die van het moeras afhankelijk zijn. Ik noem bijvoorbeeld nog de zeldzame waterspitsmuis, de noordse woelmuis, kikkers, padden en salamanders, allerlei soorten dagvlinders en libellen, en de ‘gewonere’ haas, egel, en de vos.”