‘Bakken verdiepte ligging lijken op een bal die uit het water naar boven wil’

Om de bakken van de verdiepte ligging van de A9 op zijn plek te houden, worden straks zo’n 7.000 palen de grond in geboord waar de vloer van de bakken aan vast wordt gemaakt. De lengte van deze palen is belangrijk. Daarom voert VeenIX in oktober ter hoogte van de Amsterdamseweg en de Burgemeester Boersweg zogenaamde bezwijkproeven uit. “Met behulp van een trekstellage wordt net zo lang aan iedere paal getrokken, totdat deze bezwijkt”, aldus Jeroen Piscaer, werkvoorbereider bij VeenIX.

De bakken van de verdiepte ligging komen diep in de grond te liggen. De druk van het grondwater op de vloer van de bak is daardoor enorm groot. Jeroen: “Door de proeven komen we te weten wat de minimale lengte van de paal moet zijn om de kracht van het water aan te kunnen. Hoe dieper je een bal onder water duwt, hoe harder die terug omhoog wil. Dit geldt ook voor de bakken van de verdiepte ligging.”

Hoe korter de paal des te minder overlast

De proeven worden uitgevoerd met palen van ongeveer 35 meter. “We zouden natuurlijk voor de zekerheid met de langste palen kunnen werken voor de bakken. Alleen geldt natuurlijk ook dat we bij kortere palen, minder materiaal nodig hebben, sneller kunnen werken en de overlast voor de omgeving per paal korter is. Allemaal voordelen waar we zoveel als mogelijk rekening mee houden. Maar het belangrijkste is natuurlijk het verkrijgen van zekerheid over de minimale lengte om tegen de kracht van het water bestand te zijn”.

Bezwijkproef

“De stellage bestaat uit een stalen frame dat over de paal heen staat. In het midden zit een mechanisme dat aan de paal trekt. Door de trekkracht en de verplaatsing van de paal te meten (dit gaat over tienden van millimeters), kan de trekbelasting in de paal worden bepaald. Als de verplaatsing toeneemt (enkele millimeters) en de trekkracht afneemt, dan is de paal bezweken en de maximale trekbelasting bereikt.”

Bakken op hun plek houden

Onder elke bak komt een betonvloer. Deze vloer is op zichzelf niet voldoende bestand tegen de druk van het water. Daarom wordt de betonvloer vastgemaakt (verankerd) aan de palen. Aan de buitenkant van de bakken worden stalen damwanden geplaatst die dienen als waterkering.

Locatie kiezen

Voordat de proeven ingepland konden worden, is er al veel werk verricht. Jeroen: “Om de juiste plek te bepalen voor de proeven, hebben we op meerdere plekken rondom de verdiepte ligging de samenstelling van de bodem in beeld gebracht (dat heet ‘sonderen’). Zo weten we zeker dat de plekken representatief zijn voor de locaties van de verdiepte ligging. Na de locatiebepaling konden we het ontwerpplan maken voor de proeven. De bodem op de locaties van de verdiepte ligging is aan de westelijke kant anders dan in het oosten. Daarom voeren we de proef uit op twee plekken: langs de A9 bij de Amsterdamseweg ter hoogte van het Oude Dorp en langs de A9 bij de Burgemeester Boersweg.”

Boren in plaats van heien

Jeroen: “Een van de eisen van Rijkswaterstaat was om de funderingspalen voor de verdiepte ligging te boren in plaats van te heien. Dat scheelt aanzienlijk in de mate van geluidoverlast. Nu, maar zeker straks als het gaat om 7.000 palen. Bij de aanleg van de Gaasperdammertunnel , een project dat deel uitmaakt van hetzelfde programma (SAA), zijn destijds circa 10.000 palen geheid. Die werkzaamheden vonden eveneens in een dichtbebouwde omgeving plaats en gaven enorm veel overlast. Deze ervaring heeft ertoe geleid om de palen hier in Amstelveen te boren.”

Voor de proef worden er in totaal circa 60 palen geboord, verspreid over twee locaties en gedurende drie weken. Het testen van de trekkracht zal zo’n 8 weken in beslag nemen.