De Bouwers van de A9 Badhoevedorp-Holendrecht: Tim Reeves

De verbreding van Rijksweg A9 tussen knooppunten Badhoevedorp en Holendrecht kan niet zonder alle uitvoerders die aan het werk zijn. Een aantal van de bouwers aan de A9 stellen we in deze rubriek voor. Deze keer een gesprek met Tim Reeves, de ervaren hoofduitvoerder van het complete oostelijke deel van het project. Dit deel van het project loopt van de Beneluxbaan in Amstelveen tot aan knooppunt Holendrecht. Tim’s werkdomein is de bouwplaats in de Ronde Hoep.

De sfeer in de bouwkeet voelt aangenaam

‘Dat vind ik leuk om te horen. De sfeer in het team is voor mij namelijk heel belangrijk. We moeten als team veel vertrouwen in elkaar hebben en als de sfeer goed is, helpt dat bij veel zaken. Zo is goede onderlinge communicatie heel belangrijk. Ik heb ervoor gekozen om als hoofduitvoerder niet in een aparte kamer te gaan zitten, maar gewoon tussen de rest van het team. Je wordt dan natuurlijk wel geleefd, want er komen altijd veel vragen tussendoor. Ik ben dan niet het type dat zegt: “Kom maar een andere keer terug, want ik heb het nu te druk.”‘

‘Het nadeel hiervan is dat mijn eigen werk – dat ook af moet – opschuift. Dus ik maak vaak lange dagen, maar het is een bewuste keuze. Een kopje koffie en een vragen ‘Hoe gaat het met je?’ vind ik veel belangrijker dan dat ik om 17.00 uur de deur achter me dicht kan trekken. Mijn eigen werk doe ik wel als de rest weg is.’

Je hebt een Engels accent. Waar kom je vandaan?

‘Ik ben opgegroeid in Schotland, maar heb ook lang in Duitsland gewoond en gewerkt. Dat was jarenlang de grootste bouwplaats van Europa, maar dat veranderde langzaam na de val van de Berlijnse muur. In 1998 ben ik naar Nederland gekomen, want in Nederland barstte het van het werk. Ik woon nu 25 jaar in Badhoevedorp en heb aan diverse projecten gewerkt. Zoals de HSL (de Hogesnelheidslijn tussen Schiphol en Antwerpen), de Moerdijkbrug (A16) en de NoordZuidLijn (bij Amsterdam CS en Station Bijlmer).’

‘Maar ook aan de verlenging van Rijksweg A5 bij Amsterdam, de verbreding van het spoor tussen Utrecht en Amsterdam en aan de Amstelveenlijn heb ik mijn steentje bijgedragen. In die 25 jaar heb ik ook nog projecten in andere landen gedaan, onder andere in Finland, Denemarken en Saudi-Arabië.’

Je bent een ervaren vakman. En dus gewild op grote projecten?

‘Dat weet ik niet hoor, haha. Maar er is helaas wel een steeds groter tekort aan vakmensen, zeker in Nederland. Dat komt onder andere door de vergrijzing. Nederland had vroeger ontzettend veel kennis en vakmanschap in huis, de economie is in Nederland lange tijd heel erg goed geweest. Misschien wel té goed. Kinderen hoefden daardoor niet meer direct na school aan het werk, zoals vroeger gebeurde. Hierdoor missen ze belangrijke praktijkervaring.’

‘Ik ben zelf op mijn 15e in de bouw begonnen. Ik heb alles gaandeweg geleerd en in de praktijk ontdekt. Je ziet nu dat steeds meer vakmensen uit het buitenland komen, daarom werken er zoveel nationaliteiten aan het A9-project. Niet alleen op werkvloer, maar ook in de uitvoering en de werkvoorbereiding. Medewerkers komen uit onder andere Australië, Zuid-Afrika, Egypte, Turkije en natuurlijk Spanje. Het is superhandig dat ik goed Engels spreek, want dat communiceert makkelijk. Gelukkig maar, want mijn Spaans komt niet verder dan ‘Dos cervezas por favor’.’

Er hangen naast bouwtekeningen en schema’s ook veel foto’s aan de wand in de bouwkeet?

‘Ja, we hangen elke maand foto’s op van de mensen die aan het werk zijn. Ze sturen de foto’s ook zelf op en we maken daar een collage van: ‘Kingdom East’. Dat is leuk en zorgt voor een teamgevoel. En kijk, deze historische bouwfoto’s (Tim wijst op enkele zwart-witfoto’s) vind ik heel bijzonder. Dat zijn bouwfoto’s uit begin jaren 70, toen de A9 ook werd verbreed. Deze foto’s heb ik gekregen van een toenmalige hoofduitvoerder van het A9-project destijds.’

‘Hij kwam eens kijken bij het viaduct over de Amstel en raakte in gesprek met een verkeersregelaar. Het heeft uiteindelijk geleid tot een kennismaking tussen ons en dat was heel bijzonder. Hij heeft destijds aan hetzelfde viaduct gewerkt (ook wel kunstwerk 7) dat wij nu aan het verbreden zijn. Het mooie is dat het principe van de werkzaamheden nog altijd hetzelfde is, maar toen maakten ze nog veel meer met de hand. We hebben nog steeds geregeld contact.’

Over viaducten gesproken, het oostelijke deel telt er flink wat, die allemaal verbreed moeten worden, toch?

‘Ja, het gaat om in totaal acht kunstwerken. Tenminste, dat is wat iedereen zegt. Maar ik zie het als veel meer. Het viaduct bij de Beneluxbaan is namelijk opgesplitst door de Amstelveenlijn die er onderdoor rijdt. Dat zijn dus eigenlijk twee locaties met twee viaducten. Dat geldt ook bij het viaduct bij de Burgemeester Boersweg dat wordt opgesplitst door de N522 en het viaduct bij de Kruidfabriek dat wordt opgesplitst door rivier de Amstel. En het geldt ook bij de Bullewijk in Ouder-Amstel: dat zijn in feite allemaal dubbele locaties omdat we aan twee kanten werken. Dus ik zie twaalf kunstwerken die we allemaal verbreden. Dat is een grote operatie met ontzettend veel uitdagingen.’

Wat is de grootste uitdaging in dit project?

‘De ruimte is erg beperkt, dat maakt het uitdagend! Dit zorgt dat plannen van werkzaamheden erg lastig is. Het is steeds weer een grote puzzel om benodigde materialen, werkvoertuigen en mensen op tijd en veilig bij de bouwlocaties te krijgen. Het is een verbreding van een bestaande weg in een stedelijke omgeving, waar ook nog verkeer overheen rijdt. Dat is echt andere koek dan een compleet nieuwe weg aanleggen. Het is daarom heel belangrijk dat we in dit project samen als één groot team opereren.’

‘We hebben binnen het project allemaal verschillende teams, van Team Roads, Team Civiel tot aan Team DVM. Ik zie het honderd procent als één geheel en eigenlijk doet iedereen dat. We hebben ook regelmatig onderling overleg. Daarmee houden we elkaar scherp en kunnen we problemen overwinnen. We proberen waar het kan de processen te verbeteren. Zo bestel ik voor het hele project al het beton. Als elke uitvoerder op elke locatie dat apart zou moeten doen, wordt het zeer onoverzichtelijk.’