‘Dat de wegwerkers fantastisch werk leveren, mag ook wel eens gezegd worden’, mailde bewoner José Maan naar Rijkswaterstaat, nadat we de werkzaamheden aan de A10 hadden voltooid. José woont in Diemen Noord en heeft in een paar jaar tijd de omgeving zien veranderen. ‘Dag en nacht werkten de mannen aan de A10, hoe kan ik ze bedanken?’
Daar hielpen we graag bij en regelden een rondleiding op het aquaduct in Muiden voor haar en een van de wegwerkers van toen: Niek van Seeters. Als maatvoerder van Dura Vermeer was hij 3 jaar lang elke dag keurig om 6 uur op de A10. En dat met dagelijkse reisafstand van 100 kilometer vanuit z’n woonplaats Tilburg. Welke prangende vragen had José voor hem?
Wat is het ultieme krachtvoer om een weekend door te bikkelen?
‘In tegenstelling tot wat veel mensen denken, neem ik niet een heel brood mee naar het werk. Aan 3 boterhammen heb ik doorgaans wel genoeg overdag. Doordeweeks smeer ik op een ochtend wel een heel brood voor mijn gezin, want de kinderen moeten goed eten natuurlijk. Wanneer mijn collega’s en ik in de avonden of weekenden werken, wordt er doorgaans goed voor ons gezorgd en komen er extra broodjes of een warme hap. Zeker als het kouder wordt, ben ik daar blij mee.’
Wat maakt je zo enthousiast voor dit werk?
‘Ik vind het heerlijk om buiten te werken, ook al is het soms erg koud. Verder vind ik mijn vak, dat van maatvoerder, erg mooi. Het liefste werk ik op grote infrastructuurprojecten, zoals de A10 of de A1. Ik ken collega’s die het fantastisch vinden om een klein fietspad te maken, maar na 32 jaar ben ik de kleinere en kortere projecten ontgroeid.’
Hoe krijgen jullie die strepen op de weg zo mooi recht?
‘Daar zijn speciale karretjes voor die de strepen op de weg spuiten. Met speciale gereedschappen meten we eerst om de 20 meter het hart van een streep en zetten kleine stippen op het wegdek. Vervolgens leggen we er een touw van zo’n 100 meter overheen en maken we vloeiende lijnen. De karretjes hebben dan een lijn om te gebruiken voor het spuiten van de strepen. Echt een precisieklusje.’
Wat vind je ervan dat het verkeer steeds zo dicht langs je raast?
‘We hebben de afgelopen jaren wel angstige momenten meegemaakt. Zo reed er eens een vrachtwagen de afzetting in en miste op een haar na collega’s van mij. Overdag hebben we bij de A10, wat ook een druk traject is, achter een barrier (wegafzetting) gewerkt. Die stond daar voor de veiligheid. In de nacht maakten we extra afzettingen met pionnen om het verkeer te attenderen op onze aanwezigheid.’
Krijgen jullie een veiligheidstraining om dit werk te mogen doen? Wat voor dingen leer je daar?
‘Of je nu aan de weg werkt of graafwerkzaamheden uitvoert; iedereen is verplicht om een VCA-diploma te hebben. Dat is een veiligheidstraining die je bewust maakt van de gevaren. In Nederland is de veiligheid goed geregeld. Maar de beste veiligheidsmaatregelen zijn degene die je zelf regelt: je moet geen rare dingen doen en opletten op het verkeer. Als je op een steiger staat, borg je jezelf. En ik ruim altijd mijn werkplek op, want je struikelt gemakkelijk over materialen. Een ongeluk zit in een klein hoekje.’
Als je op vakantie bent, kijk je dan ook hoe er in andere landen aan de weg wordt gewerkt?
‘Ja! Ik ga vaak op vakantie naar Spanje en dan rijd ik door Frankrijk. Dat is een ideaal wegenbouwland. Daar ziet infrastructuur er allemaal zó gelikt uit, een beetje hetzelfde als in Nederland. Dat rijdt natuurlijk ook wel prettig. Het is alleen jammer dat er zo’n rottig stukje Belgisch wegennet op m’n route ligt.’