›
‘Wat leuk dat we eindelijk eens achter die hekken mogen kijken’, zo reageerden de meeste bezoekers afgelopen zaterdag tijdens de open dag van het aquaduct en de Spieringbrug in Muiden. Medewerkers van bouwcombinaties SAAone en Dekker Ooms legden uit wat er te zien was op de bouwplaatsen. En ze vertelden hoe het aquaduct en de Spieringbrug worden gebouwd.
Op de machinekamer van de Spieringbrug
De open dag was alleen voor direct omwonenden en vooraf al een groot succes. In 2 dagen meldden zich meer dan 150 mensen aan. De 100 snelste aanmelders stonden zaterdag op het uitkijkpunt naast de bouwput van het aquaduct en op het dak van de machinekamer van de Spieringbrug. Ze konden zien waar de Spieringbrug straks komt te liggen en welke route het lokale verkeer dan aflegt. ‘Toch wel een gek idee’, zei een van de bezoekers. ‘Dat we nu op de plek staan waar straks de auto’s rijden.’
Kijkje in de bouwput
Vanaf een uitkijkpunt keken de bezoekers de 14 meter diepe bouwput van het aquaduct in. ‘Een geweldige ervaring, want wat een indrukwekkend bouwwerk’, vertelde een van de aanwezigen. ‘Ik ben blij dat ik eindelijk eens kan zien waar al die herrie vandaan komt. De afgelopen maanden begonnen de heiwerkzaamheden steeds al om 7 uur ’s ochtends. Gelukkig hoor ik net dat ze een heel eind zijn met het heien en dat ze er voorlopig even mee stoppen. Er zitten nu bijna 4200 palen in de grond. In totaal zijn er 5300 palen nodig, maar die laatste 1100 gaan pas volgend jaar de bodem in.’
Regen van enthousiaste reacties
Aan het einde van de rondleidingen regende het enthousiaste reacties. ‘We hebben al onze vragen over de bouw en de bijbehorende overlast kunnen stellen’, zeiden 2 buurvrouwen. ‘Als we de volgende keer last hebben van de herrie, dan weten we tenminste wat er hier gebeurt.’
Zelf ook die enorme bouwput bekijken?
Wilt u ook wel eens aan de rand van het breedste aquaduct van Europa staan en die enorme bouwput bekijken? Hou dan dit online bezoekerscentrum in de gaten, binnenkort kunt u zich hier aanmelden voor rondleidingen.
We bedanken Marcel Steinbach voor zijn mooie foto’s en de input voor dit artikel.
