Taal van de bouw

Taal van de bouw
Onze kunstwerken zijn niet hetzelfde als die in het Rijksmuseum; welke woorden gebruiken we in de bouw?

Onze kunstwerken zijn niet hetzelfde als die in het Rijksmuseum. In de bouw gebruiken we vaak termen die niet voor iedereen bekend zijn. Een bloemlezing van de meest gebruikte woorden. Ook een leuke term gevonden? Laat het ons weten via Facebook of Twitter. We voegen ‘m graag toe aan deze lijst!

Aardebaan

Een weg bestaat uit een aardebaan en de verharde weg. De aardebaan bestaat grofweg uit een gedeelte verbeterde ondergrond en een zandbed. Bovenop de aardebaan komt de fundering, een tussenlaag en uiteindelijk de deklaag zoals asfalt.

Betonvlechten

Met wapening maak je een betonnen constructie sterker. Wapening is vaak maatwerk en wordt gemaakt van betonijzer of -staal. Het in elkaar zetten van de wapening voor de specifieke constructie heet betonvlechten.

Koppen snellen

Na het heiwerk wordt de grond ontgraven totdat de ‘koppen’ van heipalen weer zichtbaar zijn. Het beton van de heipalen wordt dan tot 40 cm verwijderd zodat de wapening bloot komt te liggen. Die wordt gebruikt om de wapening van de vloer aan te bevestigen.

Kunstwerk

In vaktaal heten bouwwerken als bruggen, tunnels, sluizen en viaducten ‘kunstwerken’. Niet voor niets, want het zijn ware architectonische hoogstandjes. Voor het algemene publiek is het soms een verwarrende benaming omdat men aan schilderijen of beeldhouwwerken denkt.

Pannenbier

Als het hoogste punt bij de bouw van een object is bereikt, gaat de vlag uit en wordt er getrakteerd om dit gedenkwaardige moment te vieren.

Verticale drainage

Verticale drainage zijn kunststof strips die in de grond worden gedrukt om de zetting van de aardebaan te versnellen.

Vlinderen

Als het beton net hard genoeg is, wordt het afgewerkt door te vlinderen. Met speciale apparatuur wordt de bovenkant van het beton glad gestreken. Dit zorgt voor een dichte toplaag. Nu is het beton klaar voor de volgende stap in het bouwproces.

Zakbakens

Zakbakens zijn stalen pijpen die boven de aardebaan uitsteken en die helemaal doorlopen tot de onderkant van de zandophoging. Deze worden gebruikt om de zetting (het inklinken) van de aardebaan te meten en te monitoren.