Met droge voeten over het Amsterdam-Rijnkanaal

Over het Amsterdam-Rijnkanaal verrijst een nieuwe brug die de A9 met de A1 verbindt. Het is een zogeheten vrije voorbouwbrug, waarbij de brug vanaf de oever gebouwd wordt zonder pijlers in het water.

3 bruggen

De nieuwe brug vormt de verbinding tussen de A9 en de A1, waardoor verkeer sneller van en naar Schiphol kan rijden. Deze brug bestaat eigenlijk uit 3 bruggen: 1 brug voor verkeer richting Schiphol, 1 voor verkeer richting Almere en 1 voor een wisselstrook. Eind 2016 is de nieuwe brug klaar.

Vrije voorbouwbrug

Voor de bouw van deze brug is gekozen voor de vrije voorbouwmethode. Een voorbouwbrug heeft, naast de 2 steunpunten op de oever, verder geen pijlers in het water nodig. Dan wordt het scheepvaartverkeer niet gehinderd in de doorgang. Bijkomend voordeel is dat de hinder voor de scheepvaart tijdens de bouw tot een minimum wordt beperkt.

 

Het startpunt is een stuk brug op een pijler op iedere oever van het kanaal. Vanaf dit zogenaamde hamerstuk bouwen we vervolgens de rest van de brug. Zo groeit de brug vanaf 2 kanten stukje bij beetje, totdat de 2 brughelften midden boven het water bijeenkomen. Deze bouwmethode typeert voorbouwbruggen.

30 meter per week

6 voorbouwwagens leggen iedere week in totaal 24 tot 30 meter aan de bruggen. Deze wagens zijn een soort rijdende bekisting, waarin staal wordt gevlochten en daarna beton wordt gegoten. Is het stuk beton af, dan rijdt de voorbouwwagen door om het volgende deel te bouwen. De brug over het Amsterdam-Rijnkanaal wordt 280 meter lang, waarvan 140 meter boven het water.

Slanke brug van 19.000 ton

Het bouwwerk bestaat uit 19.000 m³ beton. Daarvan is 14.000 m³ hogesterktebeton. Dit materiaal is veel sterker dan gewoon beton. Zo is het mogelijk om een slankere brug te ontwerpen die wel sterk genoeg is om het verkeer te dragen.

 

Foto: voorbeeld van een voorbouwbrug in Arad, Roemenië