‘Het jankende geluid van de kettingzaag deed me wel even slikken’

In de wijk Kelbergen in Amsterdam-Zuidoost maakte geliefd groen plaats voor een grijze brij aan kabels en leidingen. Een aanslag op het sentiment van de bewoners. In goed overleg met de bewonersvereniging zorgde Rijkswaterstaat ervoor dat er nu meer bloeit dan ooit tevoren. Secretaris Nel Wiersma van de bewonersvereniging kijkt terug op een prettige samenwerking.

‘Kabels en leidingen voor een 3 kilometer lange tunnel tussen de spoorlijn Amsterdam­Utrecht en rivier de Gaasp? En daar moeten 100 bomen voor worden gekapt die onze wijk al sinds 1972 sieren? Dierbare bomen voor een groot deel afkomstig van de Floriade in het Amstel­ park, de grootste en drukste tuinbouw­ tentoonstelling ooit. Het eerste wat ik dacht toen ik dat hoorde, was: dat wordt een triest gezicht. Als er maar voldoende en gevarieerd groen voor terugkomt.’

‘Dat de tunnel er kwam, konden we niet tegenhouden, maar we wilden in ieder geval dat onze wijk leefbaar bleef. We wilden niet een paar jaar over een kale vlakte uitkijken. In overleg met Rijkswaterstaat kregen we daarom snelgroeiers, heesters en groen­ blijvers. En wat langzame groeiers, met het oog op de toekomst.’

Van boom naar bankje

‘Toen de kap begon waren de bomen omgeven door waxinelichtjes en beschil­derd met verdrietige gezichtjes. Van het jankende geluid van de kettingzaag en het kraken van de bomen moest ik even slikken. Onze gezellige wijk veranderde in een troosteloze bouwput. Om de wijk op te fleuren zette Rijkswaterstaat er tot de de definitieve herplant gehuurde bloembakken met geraniums neer. Dat was een vrolijk gezicht. Eén bewoonster was erg gehecht aan de boom waar ze vanuit haar keuken op uitkeek en heeft Rijkswaterstaat gevraagd of ze er een bankje van konden maken. Het gesprek verliep zo gemoedelijk, dat mijn inmenging vanuit de bewoners­vereniging niet eens nodig was. Het bankje heeft een mooie plek gekregen op het kruis­punt in Kelbergen.’

Uitgestelde herplant

‘In het najaar van 2015 werden er langs het pad achter mijn huis bomen herplant. Ik kijk nu uit op 2 jonge linden. Langs het Kelbergenpad liepen de werkzaamheden uit, waardoor de herplant pas in het late voorjaar van 2016 van start ging. Sommige bomen en heesters sloegen in het voorjaar niet aan en gingen dood. Dat was jammer. Een aantal bomen van de derde categorie, tot 6 meter hoog, kon in het tweede deel van het Kelbergenpad niet geplant worden. De kabels en leidingen lieten de wortels geen ruimte om te groeien. Daarom zijn op sommige plekken heesters van zo’n 2 meter neergezet en hebben sommige bewoners daarmee een minder groen uitzicht dan vroeger.’

Kleurrijker dan ooit

‘Om onze wijk meer kleur te geven, bood Rijkswaterstaat aan om bloembollen te planten. Zelfs op plaatsen waar voor de werkzaamheden geen bloemen hadden gestaan. We kozen bollen die in opeen­volgende periodes in bloei staan. Nu bloeit er van april tot juli meer dan ooit tevoren.’

‘Sinds 1 januari 2017 is het groen in beheer bij het stadsdeel en is er, tot onze spijt, al 2 keer verplant. Volgens het stadsdeel was dat nodig omdat struiken te dicht op elkaar stonden en er niet tussen kon worden gemaaid. Ook stond een aantal bomen, die te groot zouden worden, te dicht op de huizen. Het is jammer dat het ontwerp­bureau voor het groen en het stadsdeel hiermee in de planfase niet voldoende rekening hebben gehouden. Gelukkig worden de bomen verplaatst en komen op de plaats waar ze weg worden gehaald kleinere bomen te staan.’

Geen onvertogen woord

‘Als de werkzaamheden langs de waterkant zijn afgerond, plant Rijkswaterstaat daar nog 10 bomen. En dan keert de rust hier terug. Het waren 4 bewogen jaren, waarin ik samen met een aantal bewoners zeer regelmatig met Rijkswaterstaat, en soms met het stadsdeel, om tafel zat. Ieder probleem werd in goede harmonie besproken. Er is geen plan of wijziging aan onze neus voorbij­ gegaan en ik geloof niet dat er ooit een onvertogen woord is gevallen. Nu ik er zo op terugkijk, denk ik: jeetje, wat heeft hier veel tijd in gezeten. Bewoners oproepen om mee te denken en te praten, vergaderingen bij­wonen en daar verslag van doen, bewonersbrieven opstellen. Maar het is de inspanning waard geweest.’