Afstemming in ontwerpfase: ‘beton is hard, dat kun je later niet meer verplaatsen’

Wie werken er allemaal mee aan de verbreding en verdieping van de A9? En wat is hun rol binnen het project? Daar geven we een beeld van met een interviewreeks. Voor deze aflevering spraken we met Bas Dekker, assistent manager Informatievoorziening bij Rijkswaterstaat. Samen met de manager Informatievoorziening is hij verantwoordelijk voor ‘alles met een stekker eraan’, zoals de openbare verlichting, de installaties van de Schipholbrug en de wisselbaan en de matrixborden boven de snelweg.

“Het team Techniek binnen het project A9 Badhoevedorp – Holendrecht,” vertelt Bas “bestaat uit een deel civiele techniek, dat is onder andere het beton en asfalt, en een deel informatievoorziening. Het heet informatievoorziening, omdat de nadruk ligt op voorzieningen die de weggebruiker informeren, maar omvat alle elektronische en mechanische installaties en voorzieningen die nodig zijn. Als team zorgen we dat we van aannemer VeenIX de kwaliteit krijgen die we vragen.”

Afstemmen in de ontwerpfase

“Het project zit nu in een belangrijke fase. Deels werken we aan het definitieve ontwerp, dat Rijkswaterstaat toetst en accordeert. Maar VeenIX is buiten al hard aan het werk en ook bij die uitvoering ben ik betrokken. In de ontwerpfase is het essentieel dat civiele techniek en installaties goed op elkaar afgestemd worden. Beton is hard, als dat eenmaal op zijn plek zit, krijg je het niet zomaar meer veranderd. Dus moet je van tevoren zorgen dat de ruimtes onder de Schipholbrug groot genoeg zijn voor de installaties. Ook moeten de goten voor de elektriciteitskabels op de juiste plek zitten en groot genoeg zijn. Een ander voorbeeld is de masten waar de camera’s aan komen te hangen. Die moeten wel precies op de juiste plek staan zodat de camera het juiste beeld kan tonen. En zo zijn er legio voorbeelden van waar civiele techniek en informatievoorziening elkaar raken. In die afstemming speel ik een grote rol. Dat is nodig, want zowel VeenIX als Rijkswaterstaat zijn grote organisaties. Het is belangrijk voor de kwaliteit van het werk dat we op een goede manier elkaar helpen aan het invullen van de afspraken die we gemaakt hebben,” aldus Bas.

Werk achter de schermen

Bas: “Een voorbeeld van het werk buiten is een groot portaal dat binnenkort over de snelweg geplaatst wordt, in de buurt van de Beneluxbaan in Amstelveen. Aan dat portaal komen matrixborden te hangen die onder andere de snelheid van het verkeer regelen gedurende en na afronding van het project. Die borden worden aangestuurd vanuit de verkeerscentrale van Rijkswaterstaat in Velsen. Dat is niet een kwestie van plug & play. Een aansluiting van nieuwe matrixborden moet tijdig worden aangevraagd bij de verkeerscentrale. Vanuit het project moeten we scherp voor ogen hebben wat nodig is. De systemen in de verkeerscentrale waarmee de matrixborden verbonden zijn, moeten hierop aangepast worden. Na het doen van aanpassingen wordt zorgvuldig getest. Voor het doorlopen van  dit ‘transitieproces’ zijn mensen nodig die ingepland moeten worden en daarom vergt het aangestuurd krijgen van nieuwe matrixborden zes weken voorbereidingstijd. Al met al veel werk achter de schermen dat bijna niemand ziet, maar waar we nu veel tijd aan besteden zodat het portaal met de borden straks goed staat en werkt.”

Lijm in de samenwerking

“Het belang van mijn rol is dat ik er in de samenwerking voor zorg dat de kwaliteit die VeenIX levert voldoende is. Maar wat ik écht mijn belang vind, is dat er een team zit dat lol heeft in het werk. Een team dat in goed contact staat met VeenIX zodat wij sámen ervoor zorgen dat dit project een succes wordt. Alles dat we doen is mensenwerk en samenwerken is de sleutel om te komen tot kwaliteit. Ik maak daarom best veel praatjes met iedereen, binnen Rijkswaterstaat en binnen VeenIX, zowel over privé als over zakelijk. Uit beide haal ik hoe iemand in zijn of haar vel zit. Door die manier van werken ben ik ook wel de lijm tussen verschillende mensen, afdelingen en organisaties.”