Op het dak van de Gaasperdammertunnel komt straks een groot park. Daarvoor zijn de voorbereidingen in volle gang. Hoe zorgen we ervoor dat er bomen en planten kunnen groeien op het dak van de tunnel? En dat mensen er kunnen wandelen, fietsen, spelen en genieten van extra groen. Marcel Smeets (gemeente Amsterdam) en bomenadviseur Gerrit-Jan van Prooijen leggen het uit.
Als je je het probeert voor te stellen, geeft het meteen een prachtig beeld: een groot, groen park op en naast de Gaasperdammertunnel. Waar vroeger een snelweg de wijken Bijlmer en Gaasperdam van elkaar scheidde, is straks dus een park, met schone lucht en minder geluidsoverlast tot gevolg, bovendien.
Vijftien specialisten
Zo’n park komt er natuurlijk niet zomaar. Om te bepalen wat ervoor nodig is om bovenop een tunnel bomen en planten te kunnen laten groeien en mensen te laten recreëren, doorliepen Rijkswaterstaat (opdrachtgever), gemeente Amsterdam (mede-opdrachtgever) en IXAS (uitvoerder) een zogeheten Value Engineeringsproces. “Samen met zo’n vijftien specialisten (hydrologen, wateradviseurs, landschapsarchitecten, de groenaannemer, boomspecialisten en (technisch) projectleiders) gingen we om de tafel om te bepalen hoe we dit plan kunnen laten slagen”, vertelt Marcel Smeets (gemeente Amsterdam). “Je moet dit park straks zien als het grootste dakterras van Nederland. Iedereen weet dat als je op zo’n plek je planten even geen water geeft, het snel voorbij is.”
Hoe groeien de bomen en planten?
Zuurstof, water en voeding zijn de drie voornaamste levensbehoeften van boomwortels die ervoor zorgen dat bomen kunnen groeien. De bodem moet hier, samen met het bodemleven (wormen, bacteriën, schimmels) in voorzien. “In de natuur is in de bewortelde bovenlaag van de bodem sprake van een rijk bodemleven. Als je een nieuwe bodem creëert, zoals op dit dak van de tunnel, moet je dit onder dusdanige omstandigheden doen dat zo’n bodemleven op gang komt”, vertelt bomenadviseur Gerrit-Jan van Prooijen. “Groenbemesters en diepwortelende kruiden helpen mee om dat bodemleven op te starten.”
Naast zuurstof, water en voeding is zuurstof, net als bij de mens, het allerbelangrijkste voor de wortels van bomen en planten. Van Prooijen: “Om voldoende zuurstof te hebben is het belangrijk dat in de bodem de verschillende soorten poriën (holtes en gangetjes) goed verdeeld aanwezig zijn. Als je alleen grote poriën hebt, blijft water niet goed hangen en bestaat de kans dat de begroeiing snel te weinig vocht zal krijgen. Maar als je uitsluitend fijne poriën hebt, blijft veel water in de grond hangen. Dat leidt tot een gebrek aan zuurstof. We moeten er dus voor zorgen dat we de bodem op het tunneldak dusdanig opbouwen, dat de verschillende grootten van gaatjes, holtes en gangetjes in balans zijn.”
Drie lagen
De bodem die we aanbrengen bestaat uit drie lagen. De onderste is een laag van matig-grof zand, met daarin een drainagesysteem, dat overtollig water kan afvoeren. “In het huidige klimaat, kennen we lange perioden van droogte en korte, hevige regenbuien. Het is belangrijk dat de begroeiing voldoende water krijgt, dus dat er geen gebrek is. Maar bij een teveel aan water gaan de wortels kopje onder en sterven af door zuurstofgebrek. De drainagebuizen voeren daarom het teveel water af bij hevige regenbuien. Bovenop de drainerende laag zit een laag teelaarde met daarin vocht en voeding die planten- en bomengroei mogelijk maken. Daar weer bovenop ligt een schralere toplaag die minder voedselrijk is, maar die van belang is voor grasvelden en gazons waarop wordt gerecreëerd. Die belasting moet de bodem natuurlijk ook aankunnen. Door een zo goed mogelijke samenstelling van de bodem, komt het bodemleven sneller op gang en kunnen er straks op het tunneldak veel gezonde bomen en planten groeien.”