Waterkelders onder de Gaasperdammertunnel

De Gaasperdammertunnel is een landtunnel: de tunnel gaat niet onder water of rivieren door. Toch zijn we ook onder de grond bezig. We maken 2 grote kelders. Waarom eigenlijk?

In iedere tunnel komt water terecht. Veel daarvan is regenwater, meegenomen door auto’s die door de tunnel rijden. Maar ook als de brandweer water in de tunnel gebruikt om te blussen of te koelen komt dit in de tunnel terecht. De kelders die we onder de tunnel graven, dienen als opvangbak voor beide soorten water.

2 Waterkelders

De Gaasperdammertunnel heeft 2 waterkelders: 1 bij de Huntumdreef en 1 bij de Kromwijkdreef. Dat zijn de 2 laagste punten van de tunnel. In beide kelders is plek om de inhoud van een volledige tankwagen op te slaan.

Grote bak

De waterkelder bestaat uit een grote bak waarin het water wordt opgevangen. Zit de kelder vol, dan pompen we het water weg. We verwachten echter dat die bakken niet snel vol zullen raken.

 

Bij andere waterkelders, bijvoorbeeld in de Koning Willem-Alexandertunnel bij de A2 in Maastricht, bestaan de waterkelders uit meerdere compartimenten. Daar wordt het water meteen gescheiden van andere stoffen, zoals zand en motorolie. Omdat er in de Gaasperdammertunnel minder water komt, is dat hier niet nodig. Deze tunnel is kleiner en er rijden minder auto’s doorheen.

In geval van brand

Naast de waterkelders is er ook een waterbassin. Als brandweerlieden moet blussen in de tunnel, gebruiken zij daarvoor het waterbassin, dat loopt over de gehele breedte van het dienstgebouw bij de Gooiseweg. Dat waterbassin zit boven op het dak van de tunnel. Daarin is een behoorlijke hoeveelheid water opgeslagen. Met het water uit het bassin kan de brandweer ongeveer 2 uur blussen. Als het bassin leeg dreigt te raken, kan het automatisch worden bijgevuld. Moet er geblust worden, dan wordt het gebruikte bluswater weer opgevangen in de waterkelders.