Bootje in weiland langs A1

Wie over de A1 van Amsterdam naar Muiden rijdt, kan een bootje in het weiland zien varen. Alex Hollemans van het Reportageteam vroeg zich af wat de functie van dat bootje was en ging op onderzoek uit. Zijn bevindingen legde hij vast in deze film.

 

 

‘Wegwerkers bedankt!’

‘Dat de wegwerkers fantastisch werk leveren, mag ook wel eens gezegd worden’, mailde bewoner José Maan naar Rijkswaterstaat, nadat we de werkzaamheden aan de A10 hadden voltooid. José woont in Diemen Noord en heeft in een paar jaar tijd de omgeving zien veranderen. ‘Dag en nacht werkten de mannen aan de A10, hoe kan ik ze bedanken?’

Daar hielpen we graag bij en regelden een rondleiding op het aquaduct in Muiden voor haar en een van de wegwerkers van toen: Niek van Seeters. Als maatvoerder van Dura Vermeer was hij 3 jaar lang elke dag keurig om 6 uur op de A10. En dat met dagelijkse reisafstand van 100 kilometer vanuit z’n woonplaats Tilburg. Welke prangende vragen had José voor hem?

Wat is het ultieme krachtvoer om een weekend door te bikkelen?

‘In tegenstelling tot wat veel mensen denken, neem ik niet een heel brood mee naar het werk. Aan 3 boterhammen heb ik doorgaans wel genoeg overdag. Doordeweeks smeer ik op een ochtend wel een heel brood voor mijn gezin, want de kinderen moeten goed eten natuurlijk. Wanneer mijn collega’s en ik in de avonden of weekenden werken, wordt er doorgaans goed voor ons gezorgd en komen er extra broodjes of een warme hap. Zeker als het kouder wordt, ben ik daar blij mee.’

Wat maakt je zo enthousiast voor dit werk?

‘Ik vind het heerlijk om buiten te werken, ook al is het soms erg koud. Verder vind ik mijn vak, dat van maatvoerder, erg mooi. Het liefste werk ik op grote infrastructuurprojecten, zoals de A10 of de A1. Ik ken collega’s die het fantastisch vinden om een klein fietspad te maken, maar na 32 jaar ben ik de kleinere en kortere projecten ontgroeid.’

Hoe krijgen jullie die strepen op de weg zo mooi recht?

‘Daar zijn speciale karretjes voor die de strepen op de weg spuiten. Met speciale gereedschappen meten we eerst om de 20 meter het hart van een streep en zetten kleine stippen op het wegdek. Vervolgens leggen we er een touw van zo’n 100 meter overheen en maken we vloeiende lijnen. De karretjes hebben dan een lijn om te gebruiken voor het spuiten van de strepen. Echt een precisieklusje.’

Wat vind je ervan dat het verkeer steeds zo dicht langs je raast?

‘We hebben de afgelopen jaren wel angstige momenten meegemaakt. Zo reed er eens een vrachtwagen de afzetting in en miste op een haar na collega’s van mij. Overdag hebben we bij de A10, wat ook een druk traject is, achter een barrier (wegafzetting) gewerkt. Die stond daar voor de veiligheid. In de nacht maakten we extra afzettingen met pionnen om het verkeer te attenderen op onze aanwezigheid.’

Krijgen jullie een veiligheidstraining om dit werk te mogen doen? Wat voor dingen leer je daar?

‘Of je nu aan de weg werkt of graafwerkzaamheden uitvoert; iedereen is verplicht om een VCA-diploma te hebben. Dat is een veiligheidstraining die je bewust maakt van de gevaren. In Nederland is de veiligheid goed geregeld. Maar de beste veiligheidsmaatregelen zijn degene die je zelf regelt: je moet geen rare dingen doen en opletten op het verkeer. Als je op een steiger staat, borg je jezelf. En ik ruim altijd mijn werkplek op, want je struikelt gemakkelijk over materialen. Een ongeluk zit in een klein hoekje.’

Als je op vakantie bent, kijk je dan ook hoe er in andere landen aan de weg wordt gewerkt?

‘Ja! Ik ga vaak op vakantie naar Spanje en dan rijd ik door Frankrijk. Dat is een ideaal wegenbouwland. Daar ziet infrastructuur er allemaal zó gelikt uit, een beetje hetzelfde als in Nederland. Dat rijdt natuurlijk ook wel prettig. Het is alleen jammer dat er zo’n rottig stukje Belgisch wegennet op m’n route ligt.’

‘Dieren krijgen hun eigen A1’

Als we bouwen, verstoren we soms de natuur. We proberen deze hinder te compenseren en kijken hoe we de natuur kunnen helpen. Bijvoorbeeld met betere verbindingen tussen natuurgebieden, waardoor dieren als het ware hun eigen A1 krijgen.

Gevolgen voor dieren

‘Voordat we aan het bouwen gaan, kijken we welke impact onze werkzaamheden op de natuur hebben’, vertelt Erik van Langen, adviseur Natuur en Landschap bij Rijkswaterstaat. ‘Denk aan het effect van geluid en licht van een snelweg. Per bedreigde diersoort houden we alle gevolgen goed tegen het licht. Want als we natuur verstoren, zijn we wettelijk verplicht om deze hinder te verzachten of te compenseren.’

Doorgaande route voor dieren

‘Bij de herinrichting van een gebied proberen we de versnippering van kleine natuurgebiedjes tegen te gaan. Dat doen we door extra natuur te maken en door natuurgebieden met ecopassages aan elkaar te verbinden. Zo creëren we een aaneengesloten natuurgebied, de ecologische hoofdstructuur , waarin dieren zich vrijer kunnen bewegen over grotere afstanden. De BOBMpolder, Keverdijkse polder, Waterlandtak en een gebied in de Gemeenschapspolder vormen zo een geheel nieuwe structuur.’

Dieren beschermen tijdens het werk

‘Ook tijdens de uitvoering van ons werk houden we rekening met dieren. In de Flora- en faunawet staat precies beschreven hoe we dieren en planten moeten beschermen. Allereerst houden we bij de werkplanning al rekening met dieren. In het broedseizoen gaan we bijvoorbeeld niet kappen, graven of sloten dreggen. Gaan we bouwen en is een nieuw stuk natuur nog niet aangelegd? Dan vangen we dieren die anders in de knel komen en brengen ze naar een veilige tijdelijke omgeving, of we leggen een tijdelijk opvanggebiedje aan. Ook proberen we te voorkomen dat beesten op het werk komen. De oeverzwaluw en rugstreeppad houden bijvoorbeeld erg van zand en dat is meestal volop aanwezig is op werkplaatsen.’

Samen met anderen

‘Het is soms een hele toer om de doorstroming en leefbaarheid van mensen én dieren te verbeteren. En dan hebben we de planten nog niet eens genoemd. Samen met provincie, gemeentes en natuurorganisaties buigen we ons over deze uitdaging. We wisselen net zo lang van gedachten tot we oplossingen hebben die aan de wet voldoen en waarmee iedereen kan leven.’

Het beste veiligheidsidee voor SAAone

Samen met aannemerscombinatie SAAone werken we aan veiligheid. Op onze bouwterreinen, maar ook daaromheen. Om de veiligheid verder te vergroten, schreef SAAone een prijsvraag uit onder leerlingen van basisscholen in Weesp en Muiderberg. De leerlingen bedachten hoe we de situatie om het bouwterrein nog veiliger kunnen maken. Dat leverde ludieke ideeën op, zoals u in deze film kunt zien.

Vertraging

as…falt   as…falt   as…falt

 

het gebeier van de heimachines
5.000 palen in de grond
hoogmis van een auto mobiel leven

 

vrijheid!

 

eenmaal verworven
laat zij zich niet beperken
door versmallingen of kruisende schippers
knelpunt in de min

 

gejaagde stroom van gefrustreerde forensen
gebonden aan wegen
angst voor vertraging
winnen van de tijd!

 

vrijheid?

 

hier en nu duurt maar even
niet te vangen, niet te verslaan
voorbij is verleden
ongewisse toekomst

 

leef door in ‘t heden af te slaan
en langs de kant
een moment stil te gaan staan

 

Ronald Hofmeester woont in de buurt van het aquaduct Muiden en liet zich voor dit gedicht ‘inspireren’ door de heiwerkzaamheden.

 

Auto's op snelweg met groen in de berm

Meer asfalt en meer natuur, hoe kan dat?

Waar een weg wordt aangelegd of verbreed, verandert het landschap. Wat komt er bij kijken om een landschap in stand te houden of zelfs te verbeteren? Erik van Langen, adviseur Natuur en Landschap bij Rijkswaterstaat, vertelt hoe dit gaat bij de A1/A6.

Wensenlijstje

‘Jaren voordat er een schop in de grond gaat, denken we al na over wat er in een gebied moet gebeuren’, vertelt Erik van Langen. ‘We gaan dan met betrokkenen uit de omgeving om de tafel om te horen wat iedereen belangrijk vindt. Voor de A1/A6 zijn dat bijvoorbeeld Dienst Landelijk Gebied, gemeentes Diemen en Muiden en het Projectbureau voor de Hollandse Waterlinie. Gezamenlijk maken we een lijst van eisen die we meegeven aan een ingenieursbureau. Dat bureau maakt vervolgens een landschapsplan. Dat landschapsplan voegen we bij het Tracébesluit.’

Uitzicht of juist begroeid?

Zo’n landschapsplan geeft op hoofdlijnen weer wat de bedoeling is. Bijvoorbeeld of het landschap open moet blijven zodat je goed zicht hebt op cultuurhistorische bouwwerken, zoals in het geval van Muiden. Of dat het juist een snelweglandschap met veel begroeiing moet worden, bijvoorbeeld in de vorm van wegbegeleidende bomenrijen. En krijgt het gebied recreatieve of vooral juist ecologische functies?

De weg valt weg

Zodra het Tracébesluit voor de weguitbreiding er is, maakt de aannemer een concreter plan: een landschapsinrichtingsplan. Erik van Langen: ‘Dat document beschrijft precies en verbeeldt met plaatjes hoe de aannemer de nieuwe of verbrede weg in het landschap inpast. Want het oog wil natuurlijk ook wat. Neem het aquaduct: doordat de A1 daar straks verdiept is en onder de Vecht doorgaat in plaats van eroverheen, valt de weg mooi weg.’

Uiterwaarden met riet

‘En door de verlegging van de A1 komt er ten westen van de Vecht een groot gebied van 40 hectare vrij dat we inrichten als natuur. Het wordt moerasachtig, een soort uiterwaarden van de Vecht met riet. Aan de oostkant, ten zuiden van de A1, verleggen we het uiterwaardenkanaal. Ook daar komt ruimte voor natuur.’

Ecopassages

‘De ecopassage bij knooppunt Muiderberg die we gaan aanleggen, is een tweede belangrijke voorziening voor dieren die van het ene naar het andere gebied moeten kunnen oversteken. Provincie Noord-Holland, Dienst Landelijk gebied, Vereniging Natuurmonumenten en de gebiedscommissie voor de Vechtstreek hebben zich hier ook hard voor gemaakt.’

Meer asfalt en meer natuur?

‘Al met al houden we dus rekening met het type landschap dat nodig is voor mens en dier én komt er meer natuur bij. Hoe dat kan als we tegelijkertijd wegen verbreden of extra wegen aanleggen? Door een wegverlegging ontstaat bijvoorbeeld een stuk onbereikbare landbouwgrond dat dan een nieuwe bestemming krijgt. Door grond aan te kopen en er, met ieders instemming, nieuwe natuur van te maken. Het is in Nederland woekeren met de ruimte, maar samen kunnen we mooie dingen tot stand brengen.’

Online bezoekerscentrum SAA genomineerd. Stem ook!

Ons online bezoekerscentrum Schiphol-Amsterdam-Almere (SAA) is genomineerd voor de Website van het Jaar-verkiezing. Het is een publieksprijs dus iedereen kan stemmen. Help mee om meer bekendheid te geven aan de SAA-werkzaamheden en stem!

Waarom een online bezoekerscentrum voor SAA?

Het online bezoekerscentrum SAA biedt verhalen, foto’s en filmpjes van de werken binnen het programma Schiphol – Amsterdam – Almere (SAA). Zo kunt u als omwonende, weggebruiker of geïnteresseerde volgen wat er zich afspeelt in uw omgeving. De navigatie is hierop afgestemd: typ op de homepage uw postcode of route in en u ziet op de kaart welke werken in uw omgeving zijn. Via Facebook en Twitter blijft u op de hoogte van nieuwe content.

Uniek voor Rijkswaterstaat

Het online bezoekerscentrum SAA is de eerste bezoekersfaciliteit van Rijkswaterstaat die niet meer een fysieke locatie is. Door de uitgestrektheid van het werkgebied, is een online bezoekerscentrum toegankelijker. Eind september bereikten we de mijlpaal van 50.000 bezoekers in een half jaar.

Stem

Help mee om meer bekendheid te geven aan het online bezoekerscentrum en aan onze werkzaamheden. Stem en roep anderen ook op om een kijkje te nemen op https://bezoekerscentrum.rijkswaterstaat.nl én voor 7 november te stemmen via
http://websitevanhetjaar.nl/bezoekerscentrum-rijkswaterstaat/. U maakt dan meteen kans op mooie prijzen. De uitslag van de verkiezing wordt op 27 november bekend gemaakt.

Dieren krijgen vrij baan bij aansluiting Hogering

Ecopassage Hogering verbindt het Kromslootpark en de oevers van het Gooimeer met de natuurgebieden ten noorden van de A6. Via deze gebieden zorgt de ecopassage ook voor een verbinding met de Lepelaarplassen aan de noordkant van Almere en met de Oostvaardersplassen.

 Voldoende genetische uitwisseling

“Deze gebieden worden straks moerassig natuurgebied, met veel riet en water. De dieren leven nu nog teruggetrokken in natuurgebieden die stuk voor stuk behoorlijk geïsoleerd van elkaar liggen. Elk natuurgebiedje vormt een ecologisch eiland van waaruit bijna geen uitwisseling met andere gebieden plaats heeft. In het wild levende dieren floreren meestal pas echt goed als ze de ruimte krijgen, zich kunnen verspreiden en op verschillende plaatsen nieuwe populaties kunnen stichten. Deze populaties blijven alleen dán gezond wanneer er voldoende genetische uitwisseling is. Daarom is het dus goed dat er verbindingen tussen verschillende populaties mogelijk zijn. Een ecopassage zorgt daarvoor.”

Bevervraat - Gerard M

Bevervraat – fotograaf: Gerard M

Verkeersslachtoffers

“De ecopassage bij het knooppunt Hoge Ring is speciaal voor dieren die leven op oevers en in sloten van moerassen, rietvelden, moerasbossen en in ruige graslanden en natte hooilanden, kortom: moerasnatuur. Voor de ringslang vormen wegen een belemmering voor de verspreiding. Kikkers, padden en salamanders verspreiden zich dan wel veel gemakkelijker, maar ook voor hen geldt dat drukke wegen zorgen voor veel verkeersslachtoffers. Vooral op kleinere, maar drukke wegen.”

Otter - sarefo

Otter – fotograaf: sarefo

 Voldoende verspreidingsmogelijkheden 

“Otters houden van het moeras, maar zij hebben ook veel ruimte nodig, en vooral veel rust én veilige oversteekvoorzieningen. Otters zie je ook in een schone, met waterplanten begroeide boerensloot, waar hij zich voedt met vis. Otters zouden goed kunnen gedijen in het Kromslootpark. Door dit gebied aan te sluiten op andere geschikte gebieden, kan de populatie groeien en wordt uiteindelijk de hele otterpopulatie levensvatbaarder. Dit principe geldt voor nog veel meer diersoorten die van het moeras afhankelijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan de zeldzame waterspitsmuis, de noordse woelmuis, de bever, allerlei soorten dagvlinders en libellen, en de  ‘gewonere’  haas, egel en vos. Niet alle soorten zijn nu al in Flevoland aanwezig, maar door te zorgen voor voldoende verspreidingsmogelijkheden en kwalitatief goede natuurontwikkeling, bieden we meer soorten de mogelijkheid om zich hier te vestigen.”

Ervaringen van bewoners met trillingsmetingen

Rijkswaterstaat gaat zorgvuldig te werk bij het uitvoeren van wegenbouwprojecten. Om schade te voorkomen, brengen we risico’s in kaart en monitoren we gedurende het werk: zo kunnen we op tijd bijsturen als dat nodig is. Dat monitoren doen we met meetapparatuur, zoals trillingsmeters. Welke ervaringen hebben bewoners bij wie trillingen preventief werden gemonitord tijdens de verbreding van de A10-Oost/A1?

Blij met metingen

Mevrouw Steur uit Diemen was blij toen ze een brief kreeg van BouwVisie, het onafhankelijke adviesbureau dat preventieve schademonitoring voor ons uitvoert. In de brief vraagt BouwVisie toestemming om metingen te verrichten, zodat nadelige gevolgen van de bouwwerkzaamheden zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen. ‘Wij wonen in een oude boerderij uit de 18e eeuw. Tijdens een renovatie is een keer de achterwand eruit gevallen, zo kwetsbaar is ons huis. Ik vond het dus een goed plan dat BouwVisie bij ons de trillingen van het bouwen zou komen meten.’ Er werd bij mevrouw Steur een bouwkundige vooropname gedaan (‘alles werd op de kiek gezet, elk barstje en dingetje’) en een trillingsmeter aan de buitengevel van haar huis geplaatst. ‘Ik merkte helemaal niets van dat kastje. Eens in de zoveel tijd kwamen ze een batterij verwisselen, maar dan belden die mannen altijd keurig even aan.’

Poot om op te staan

Ook de heer Kooyman uit Duivendrecht reageerde positief toen hij een brief ontving: ‘Het kan nooit kwaad, dacht ik.’ Hij was niet ongerust dat de metingen betekenden dat er misschien wel schade zou ontstaan aan zijn huis. ‘Wel nee, en wat dan nog: als de overheid wil bouwen, doe je er toch niets aan.’ Hij vond het een prettig idee dat alles werd gemeten. ‘Als er dan iets gebeurt, heb je een poot om op te staan. En Rijkswaterstaat natuurlijk ook. Ik snap best dat zij zich moeten indekken, zodat bewoners niet gaan klagen over schades die misschien niet zijn veroorzaakt door hun werkzaamheden.’

Misverstanden voorkomen

Sloopwerkzaamheden Molenkade

Sloopwerkzaamheden aan de Molenkade

Dat er wel eens misverstanden zijn over wie wat veroorzaakt, weet de heer Biesbrouck uit Duivendrecht. ‘Bij ons aan de Molenkade werden we opgeschrikt door een keiharde dreun: tijdens sloopwerkzaamheden van de gemeente in onze straat, trok een werker grote asfaltplaten los en liet die van een behoorlijke hoogte op straat vallen om ze kleiner te maken. Bij de buren vielen schilderijen van de muur. Een andere buurman heeft een scheur in de voorgevel. Dit gebeurde in dezelfde periode dat ze bezig waren met de verbreding van de A10-Oost. De medewerkers van BouwVisie vertelden ons dat ze de dreun van het asfalt konden zien, toen ze de gegevens van de trillingsmeters aan onze woningen uitlazen. Als Rijkswaterstaat op het moment van die klap zelf geen heftige bouwwerkzaamheden uitvoerde, dan weet je aan wie het te wijten was: de sloper van de gemeente.’

Zorgvuldig te werk gaan

Mevrouw Steur en de heren Kooyman en Biesbrouck zijn tevreden over het preventief meten, de vooropname, het meetkastje aanbrengen en weer weghalen. ‘Dat kastje werd in een kwartiertje gemonteerd met een paar boutjes, en is na verloop van tijd weer weggehaald. De gaatjes werden keurig dichtgesmeerd’, vertelt Kooyman. ‘Ik kan niet anders zeggen dan dat BouwVisie zorgvuldig te werk is gegaan.’

Betere nazorg

De heer Biesbrouck wil nog wel een opmerking maken: hij had betere nazorg verwacht van BouwVisie en Rijkswaterstaat. ‘Ze zijn het allemaal keurig komen meten, maar wat waren nou eigenlijk de resultaten? Daar horen we niets meer over. En wat moet je eigenlijk doen als je schade hebt?’

Alleen informatie als het nodig is

Nico Prinse, adviseur vastgoed bij Rijkswaterstaat, reageert: ‘Dankzij de metingen weten we tijdens de werkzaamheden of de trillingen acceptabel zijn of dat de aannemer zijn werk moet aanpassen. Alleen als onze adviseurs aangeven dat het op basis van de meetgegevens belangrijk is om de woningen nogmaals te controleren, zal BouwVisie contact opnemen. Mocht er schade zijn ontstaan, dan wordt er een rapport opgemaakt met alle bevindingen. Maar verder informeren we bewoners niet over de meetresultaten. Misschien moeten we dat duidelijker zeggen als BouwVisie de bewoners toestemming vraagt voor de metingen.’

Eigen verantwoordelijkheid

‘Van woningeigenaren verwachten we trouwens dat ze hun eigen verantwoordelijkheid nemen bij de zorg om hun bezit. Dat houdt ook in: zelf kijken of er mogelijk schade ontstaat. Mocht dat zo zijn, dan kunnen ze contact opnemen met de partij van wie ze verwachten dat die de schade heeft veroorzaakt’, legt Nico Prinse uit. ‘Schade door de wegverbreding Schiphol-Amsterdam-Almere kunnen bewoners indienen bij het schadeloket van Rijkswaterstaat. Dan bekijken we aan de hand van de trillingsmeetgegevens én gegevens van andere vormen van  monitoren, of de schade veroorzaakt kan zijn door de werkzaamheden van Rijkswaterstaat.’
Meer over onze monitoringstechnieken is te lezen in dit artikel.

Schade melden kan via 0800-8002 en met dit formulier.